maandag 14 juli 2014

De Personal Space Van Meeuwen





Ik leen in de bieb altijd de 'Psychologie'. Ik vind het enorm interessant wat babies schijnen te denken, wat tweelingen nu wel en niet hetzelfde doen en wat mensen met een half afgestorven brein doorgaans niet lusten op hun boterham. In mijn vrije tijd doe ik zelf opzienbarend onderzoek. Ik denk nu al geruime tijd na over het onderwerp 'personal space'. Het territorium van ieder mens. In de Psychologie heb ik ooit eens gelezen: een gemiddeld mens wil onbekenden buiten een cirkel van drie meter van zijn lijf, vrienden en familie hou je op een meter afstand en je partner en kinderen mogen tegen je aan staan. Klinkt logisch hè. Nu zag ik alleen (en hier komt mijn eigen opzienbarende aanvulling op het artikel) dat freak'n MEEUWEN dit ook hebben! ECHT WAAR!

Ik reed van school naar huis en op een dubbele lantaarnpaal zag ik een stuk of zes meeuwen zitten. En o, bizarrigheid: Ze zaten allemaal exact even ver van elkaar vandaan. Ik heb even stilgehouden om dit tafereeltje tot me door te laten dringen. Meeuwen! Hebben! Personal! Space! Ik probeerde in te schatten hoeveel centimeter (voor mijn gastartikel in Psychologie) en toen zag ik dat er tussen elke meeuw precies een andere meeuw had gepast. Wonderlijk. Heel wonderlijk… Ga ook eens op straat kijken. Ik beloof je dat je het gaat zien.

En meeuwen hebben gelijk. Personal space IS belangrijk. Ik ken iemand die nog nooit gehoord heeft van een persoonlijk territorium. Iemand, die mijn personal space helemaal niet respecteert. Die mij en mijn Marieke-gebied snoeihard uit zou lachen ALS hij zich zou realiseren dattie er met zijn lompe lijf altijd MIDDEN IN staat. 

Ik noem 'm even Plakkerd. Een gesprek met hem verloopt zo. Plakkerd praat tegen me. Ik denk: 'Jakkes, Plak, waarom sta je zo dicht op me?' Ik doe een stap naar achter. Plakkerd denkt (onbewust) 'Wat sta je toch een end weg' en stapt dichterbij. Ik (heel beleefd) laat het een tijdje zo, maar ik merk dat ik me door deze korte afstand maar heel heel moeilijk op Plakkerd z'n verhaal kan focussen. Omdat ik per ongeluk de neushaartjes van Plakkerd sta te tellen. Daarom stap ik maar naar achter, natuurlijk direct gevolgd door Plakkerd, die zich potdorie alleen veilig lijkt te voelen binnen de onzichtbare muren van mijn personal space. 

De derde keer dat ik een stapje naar achter moet doen, probeer ik het heel onopvallend te doen. Omdat Plakkerd het anders misschien door heeft. En ik vind Plakkerd echt heel aardig. Op zich. Eerst zet ik dus, behoedzaam en geluidloos, mijn ene voetje naar achter. Mijn gewicht is nog altijd op mijn voorste been, dicht bij Plakkerd. Ik let er goed op dat ik hem aankijk en nog steeds luistergeluidjes maak. Hmhm. Oja. Meen je dat nou?Dan, terwijl ik enorm empathisch reageer op zijn verhaal, verplaats ik onopvallend maar snel mijn gewicht naar mijn achterste been. Hier heb ik al mijn concentratie voor nodig. Ik knik snel nog een keer begrijpend naar Plakkerd, vul hem aan, en hups, daar sluit ik mijn voorste voetje weer aan. Om op mijn nieuwe stek te ontdekken dat Plakkerd helaas naar dit deel van de wereld is meeverhuisd. Kak.

Nee, neem dan meeuwen. Rotbeesten met chagrijnige smoelen, schelle stemmen, onchristelijke bedtijden en smerige eetgewoontes, maar zelfs ZIJ snappen het concept personal space. Die zitten gewoon netjes van elkaar af. Tsss.


maandag 7 juli 2014

Geen Tijd voor Geduld




Ik heb enorm veel fijne eigenschappen. Ja. Ik ben volgens mij een heel fijn mens. Ik ben alleen eh...niet zo geduldig. Ahem. 
Ik maak een lijst:

Dingen waarvoor ik het geduld niet heb:

1. Snipje en Snaakje die een snoepje kiezen uit de snoeppot
Logisch dat ik daar geen geduld voor heb. Dat gaat namelijk zo: Pot gaat open. Snipje steekt er een handje in. Roert... Graaft… Grabbelt langduuurig terwijl ze traag en nadenkend 'eeeeeeehm…..eeeeeeeeeehm……eeeeeeeeehm…." zegt. (Ik tap ongeduldig met mijn voet op de grond.) Handje er weer uit. Kijkt van buiten door het glas. Spot een biggenkop. Onderin. Wil de biggenkop. (Ik zucht demonstratief.) Roert anderhalve minuut door de pot. Kan er net niet bij. Snaakje wordt inmiddels kwaad. Die staat nou al bijna een kwartier naast de pot te wachten. Zij probeert haar handje er ook bij in te krijgen. Past niet. Pot te smal voor twee handjes. Mijn bloeddruk stijgt gestaag. Daarna herhaalt dit alles zich, maar dan doet Snaakje het graaiwerk en het eeeeeeeeeeeehm-zeggen en Snipje doet het geïrriteerde wachten.  
AAARGH! Ik heb tegen die tijd serieus de neiging om de hele inhoud van de pot op de grond te keilen en te verspreiden met mijn modderige schoen, zodat iedereen zonder gemier overal bij kan en dan heel hard van TIEN naar NUL te tellen, en bij nul MOET de keuze gemaakt zijn en anders pech, en dan veeg ik direct alles met een grote bezem bij elkaar en fleer ik het weer in die stomme pot. OPSCHIETENNNNN! 


2. Wachten tot mijn nagellak droog is. 
Nee. Sorry. Daar heb ik echt geen tijd voor. Met al mijn geduld lak ik HEEL precies en HEEL secuur mijn nagels. Linkerhand? Makkie. Rechterhand? Mission Impossible. Daarna is mijn geduld op. En uitgerekend DAN moet ik wachten. Nou, dat gaat dus niet. 
Zodra ik weer rechtop ga staan na het nagellakken valt er standaard een pluk haar voor mijn ogen. En niet zomaar een pluk haar, nee, een EXTREEM KRIEBELIGE pluk haar. Zo eentje die je acuut uit je gezicht wil vegen. Wat ik dan dus ook doe. (Resultaat: drie nagels bekrast en een pluk haar roze.) Daarna zie ik ineens dat de wasbak waar ik bij sta eigenlijk heel vies is. Ik pak heeeeeeel voorzichtig een doekje en ga de wasbak boenen. (Doekje roze, vier nagels verpest.) Daarna begint er een kind te blèren. Ik dender de trap af (trapleuning roze, twee nagels lelijk) om beneden het kind in volle tevredenheid te zien kleuren. "Mama, wil je me helpen met deze eenhoorn?" 
"Nee, dat kan niet schat/kijk mijn nagels/nou ja vooruit dan maar."
(Resterende nagels verpest, eenhoorn vol roze vegen.)
Zie je wel. Ik kan het gewoon niet.

3. Insteekhoesjes in een map doen. 
Van die gladde, slappe insteekhoesjes. In een map doen. Wat een VERSCHRIKKING! Wat een vreselijke taak. Wat een jammerlijke ellende om dat te moeten doen. Ik wil er dan voor de vaart vijf tegelijk in doen (eigenlijk twintig, maar ja) omdat ik Snipje bijna moet ophalen van school, maar ik krijg die freak'n gaatjes niet op elkaar dus dan sla ik met de onderkanten tegen de tafel om de gaatjes netjes op elkaar te krijgen, maar daar wordt het alleen op het oog recht van, en die glibberige dingen blijven van mekaar glijen en ik ALS ik ze dan recht heb, blijkt er ergens in het midden van de stapel eentje toch stiekem scheef te liggen. Waardoor het, wat ik ook doe, niet wil. Kan ik die paar sneue hoesjes die wel gelukt waren, weer uit de map halen en alle honderd hoesjes toch maar een voor een in die map priegelen smiegelen terwijl ik nog maar drie minuutjes de tijd heb. O, en bij het uiteindelijk kwaad dichtklappen van de map zit mijn vel tussen de ringen. Fijn.

4. Lijstjes fatsoenlijk afmaken. 
Sorry hoor.