maandag 28 oktober 2013

MU




Op de Pabo staat de afkorting ‘mu’ in je rooster voor muziek. Muziek is hilarisch. Neem een droge broek mee naar ‘mu’ want die ga je nodig hebben. Je pist namelijk gegaran…..laat maar.  
De eerste keer dat ik het muzieklokaal inliep, wist ik nog van niks. Vandaag zouden we leren inzetten en dirigeren. Als juf of meester moet je namelijk een liedje kunnen inzetten, en als dat liedje eenmaal gebrald/gebromd/gekweeld wordt, moet je het ook nog in goede banen kunnen leiden met behulp van een wapperend handje. Even tussendoor, het gaat hier om het inzetten van ‘Ienemieniemutte’ en ‘Oze Wieze Woze.' Niet heel ingewikkeld dus.

Mijn muziekjuf had een soort antenne voor mensen die bovenstaande oprecht NIET kunnen en het ook nooit zullen leren. Voor hen, die een gen missen en daardoor muziekdyslexie hebben. Ze had nu opgesnoven dat de jongen rechts van mij (ik noem ‘m even Herm) het vast niet zou kunnen, en toen ze hem dus verwachtingsvol voor de klas plantte met een lullig xylofoontje en stokje in zijn hand, kon ze al aan zijn roodaangelopen hoofd zien dat ze beet had.


Herm moest de A aanslaan op de xylofoon en vervolgens met zijn stem de toon overnemen. De juf deed het voor: griste het stokje uit Herms hand, ramde ermee op de A en galmde volmaakt zuiver en met lange, tunnelvormige lippen: NOEOEOEOEOEOE!!!!! Hierna keek ze uitnodigend-verachtend naar Herm de Hulpeloze.
 
Herm nam het stokje met trillende hand over, sloeg eerst per ongeluk op de rand, toen op de A en kwaakte vervolgens op trommelvliesvernachelende wijze: NOeeOEoeOEOEOEheheoEOEOE! De muziekjuf d’r kortgeknipte haren stonden recht overeind bij deze langgerekte mengeling tussen de C, de Bes en de Gis. Ergens kickte ze hierop hoor, geen medelij met haar.


Toen Herm die A lang genoeg had proberen te halen (zonder succes) toonde juf hem een beetje genade. Hij mocht stoppen. Maar alleen om door te kunnen gaan met het volgende onderdeel: dirigeren. Waarschijnlijk wist de muziekjuf ook wel dat ze geen slechter presterend iemand zou kunnen vinden dan onze Herm. Daarom moest hij nu ‘Oze Wieze Woze’ gaan dirigeren. Eerst moest hij de A weer aanslaan en overnemen. Ik hoef je niet te vertellen hoe slecht dat ging. Het was echt tenenkrommend. Het was zo verschrikkelijk erg dat ik per ongeluk begon te lachen. Dat wilde ik echt niet, want ik zag hoe bleek hij was en hoe vreselijk zielig. Ook omdat hij normaal best een populaire jongen was in de klas, maar nu ineens miserabel en sneu. Maar oooo maaaaai, bij elke bibber in zijn stem moest ik onbedaarlijk lachen. Wat erg, wat erg. Ik kon mezelf wel voor mijn kop slaan, maar in plaats daarvan sloeg ik me op de knieën van pure pret. Vanzelf.

Daarna het lied. Wij speelden ‘de klas’. Ik heb nog nooit zo braaf meegezongen met wat dan ook in mijn leven. Ik wilde Hermie zoooo graag steunen. Maar toen hij met tegenzin zijn mond opendeed, met zijn zielig handje begon te waaien en Oze Wieze Woze begon te kermen, toen ging het helemaal mis. Ik sloeg helemaal dubbel van de lach, gíérde, nee gílde het werkelijk uit. Tot mijn eigen grote spijt. Hoe moest ik dit –WHAHAHAHA!- ooit nog goedmaken met hem? Smekend keek hij de groep en de muziekjuf aan, maar ze liet hem bengelen aan haar haak tot de laatste knakevalse noot van het lied. Terwijl ik de tranen uit mijn ogen veegde probeerde ik iets aardigs te zeggen toen hij weer kwam zitten. Maar toen ik hem aankeek, en hij mij, wisten we: hier moeten we het gewoon nooit meer over hebben. Vergeten, zo snel mogelijk. 

En dat probeer ik, echt, nog steeds.














maandag 21 oktober 2013

Opruimen In De Blauw Met Gele Woonwinkel



Oh, ik HOUHOUHOU van netjes en opgeruimd! Netjes. Heerlijk… Houden van netjes is wel vrij moeilijk te combineren met mijn dochters Snipje en Snaakje, van wie ik ook erg veel hou. Zij houden namelijk op hun beurt meer van dingen als kralen rijgen en laten vallen, duplodozen omgooien en laarsjes vol zand leegkieperen in de gang. Ieder zo zijn ding. 

Het is niet zo dat ik nou perse van het opruimen zelf hou hoor, dat niet. Meer het resultaat. Zo’n vloer/plank/tafel waar niks op ligt… Ohlala. Je zou er zo met een bak chips voor gaan zitten om er heerlijk een uur naar te staren en van te genieten. Ware het niet dat chips onwijs kruimelt.

Ook in die welbekende blauw met gele woonwinkel speelt mijn liefde voor netjes soms op. Op heel rare momenten. Dan loop ik gewoon relaxed door de paden en INEENS zie ik dat een deken op een bed niet recht ligt. Oei… Ik loop door. Probeer er niet naar te kijken. Net als een plat beest op de weg. Het ligt daar, ik zie het vanuit mijn ooghoek, maar ik wil het niet zien. Zo precies. Maar ja, omdat Snipje en Snaakje nooit fatsoenlijk doorlopen, moet ik op ze wachten en sta ik zomaar drie volle minuten naast die deken. Die rommelige, slordige, kronkelige, frotterige deken. Dat verkoopt voor geen meter. Ziet er níét uit. Eén vlug rukje, aan alle vier de hoeken, en het is gefikst….

Soms gebeurt het dan zomaar, zo ineens, dat er heel even geen mensen lopen op het pad. En voor ik het door heb sta ik als een malle dat hele bed op te maken. En het bed ernaast ook. En die daarnaast en dan heb ik niet in de gaten dat Snipje en Snaakje er al zijn. En zij zijn niet de enigen. Eigenlijk is het nu ineens best wel druk in het gangpad. En eigenlijk sta ik hier al mijn vierde bed op te maken en ik draag GEEN geel shirt. Vernedering!

 
Het ergste is, als ik thuis eenmaal aan het opruimen ben geslagen, kan ik niet meer ophouden. Dat is hier dus niks anders. Voortgedreven door weetikveelwat ruim ik zo’n 35 kamertjes op. Die blikken die je dan krijgt. Shame on me! 


Mag ik de volgende keer PLEASE veilig weggestopt worden in Smalland? Ik zal het daar maar een klein beetje opruimen.

maandag 14 oktober 2013

Ik Wil Een Lohohohohollie




We moeten nog 57 minuten rijden voor we thuis zijn en Snipje en Snaakje (5 en 2)  hebben zojuist twee lollies gevonden achterin. Die heb ik meteen afgepakt natuurlijk, wat dacht jij. Eén hand aan het stuur, één graaiend achterin. Maar ik heb ze, moehaha!  Ik gok wel dat het urenlange ‘Ik Wil Een Lolly Lied’ zojuist is begonnen.

O ja. Jaja. Dit klinkt inderdaad alsof het nog lang gaat duren. Tis ook niet haar schuld hoor. We zijn echt te laat weggegaan bij opa en oma. Hier hebben we om gevraagd; Snipje is doodop. Fluisterend overleggen we voorin over de aanpak. Hoe krijgen wij weer rust in de tent? Jij een idee? Begrip!? Ja! We gaan begrip tonen. Strak plan!
Papa:  “Je vindt lollies echt heel lekker he?”
Snipje: “Ja! Zo zoet! Daarom wil ik er ook één! Ik WIL EEN LOLLIEHIEHIEHIEHIEEEE!”

Hm. Begrip werkt nu dus even niet. Wat nu? Gefluister voorin. Humor? Humor werkt als een trein bij kids!
Papa: “Hee, Snippie! Je mag een lolly, maar alleen om naar te kijken!  Goed plan?”
Snipje, na een verbaasde stilte: ”Maar! Maar!! Dan ZIE ik ‘m en dan denk ik OEI wat ziet die er lekker uit en dan denk ik daarna ineens ik wil een likje, héél graag, dus WEEEEEEEEEEEEEEEH IK WIL EEN LO…(enz)”


Afleiden! Dat is een goeie. Laatst nog in een opvoedboek gelezen! Die doen we.
Papa: “Hee Snipje, wat zou je doen als je honderdmiljoen lollies kreeg?”
Snipje: “Nou, haha –stopt met huilen- dan zou ik ze in allemaal tasjes doen en dan at ik ze achter elkaar op hahaha!”


(…tijd tikt voorbij….) 

“…. Maar OJA! IK WIL EEN LOOOOOOOOOOOO…….. Weet je wat ook wel kan pap? (Hoopvolle, dramatische snik) Dat we thuis komen en dat ik dan een hálf kort filmpje mag kijken. In plaats van een lolly. Vijf minuutjes!”
(Papa, na druk overleg voorin) “Dat is goed. Dan leggen we Snaakje lekker in bed, kan jij ondertussen een half filmpje kijken en dan komen we daarna jou in bed leggen. Goed dat jij zo met een voorstel komt.”


Snaakje, vanuit het niets: “Ik lil niet slape! Ik lil OOK tilmpje kijke! WEEEEEEEEEEEH!!!”

Papa, vlug en zonder enig overleg: “Wil jij anders eeh….een lolly?”



maandag 7 oktober 2013

Het Leven Is Zo Simpel

Als je klein bent, is het leven nog simpel. Dat uit zich in verschillende dingen. Bijvoorbeeld hoe je huisdieren behoren te heten als je tussen de vijf en de tien jaar bent:
1. Rat = Knabbel
2. Konijn = Stampertje
3. Poes = Minoes
4. Hond = Fikkie
5. Paard = Bles.


Toen ik tien was, was ik mij zeer bewust van deze valkuil. Mijn nieuwe rat, die in zijn kooitje op zijn naam zat te wachten, mocht dus écht geen Knabbel heten. Dat was beneden mijn stand. Toen ik er over uit was, was ik naar eigen mening VET origineel. Guess wat ik had bedacht voor mijn rat....roffel...roffel.... Babbel! Wie zou dát nou kunnen bedenken! Wat ongelooflijk zeldzaam-voor-mijn-leeftijd-orgineel!!


Hoe simpel en overzichtelijk het leven van kindertjes is merk je ook als je vraagt naar de lievelingskleuren van willekeurige kinderen. Pluk een meisje achter een poppenwagentje vandaan, vraag naar haar lievelingskleur, en je zult 'roze' horen. Trek een ventje onder een hoop vechtende jongetjes vandaan en zijn antwoord is 'blauw'. Hoppa.


Ander voorbeeld: als je aan een kind vraagt wat het later worden wil. De antwoorden zijn heel eenduidig allemaal. De jongetjes roepen op de automatische piloot: “Brandweerman/politieman/andere stoere man!”
De meisjes kwelen: “Prinses/moeder/Megamindy!”
Ook in deze valkuil wilde ik als vijfjarige niet stappen. Ik had wederom een kleine originele variatie op het standaard antwoord. Ik wilde prinses worden, ja dat wel, maarrrr...van Israel! Oh yeah!


Toen onze leuke Snipje ruim drie jaar was (nu is ze vijf) vroegen we het ook aan haar. Wat wil je worden, Snipje? We stootten elkaar grinnikend aan en fluisterden alvast ‘prinses’ naar elkaar. Haha, wat een open deur. Alsof Snipje het al heel lang geleden besloten, goed doordacht en overwogen had, antwoordde zij resoluut en welgemeend: 
“Chinees in een fabriek.”  

Respect, Snipje. Dát is pas origineel.