Ik heb een salamihekel aan paarden. Zo. Ik heb het gezegd. Ik hoop dus ook van harte dat mijn dochters GEEN paardenmeisjes worden. (Als het nou echt paardenmeisjes blijken te zijn, zal ik me aanpassen.) Ik heb hier goeie redenen voor hoor, mocht je nu meteen in de verdediging schieten voor het paardelijk ras. Mijn redenen:
1. Ik snap dat gemiep niet over dat paarden een HOOFD hebben. En BEE-NUN. Tss. Ik noem die dingen zelfs bij mezelf poten! (Als ik ze net gestoten heb hoor. Normaal zeg ik benen.)
2. Ik snap ook dat gemauw niet over dat paarden 'edele dieren' zouden zijn. Welke dieren zijn er dan nog meer zo gelukkig om in die categorie te vallen? Volgens mij is dat hele edel-gezwam een complot dat is uitgedacht door paardentijdschriftmensen, in vruchtbare samenwerking met Anki van Grunsven.
Misschien liggen mijn werkelijke redenen wel dieper. Hm...
1. Ik aaide in mijn onschuldige jeugd het paard van een vriendinnetje, en toen beet 'ie me snoeihard in mijn wijsvinger. Op klaarlichte dag. Ik denk expres.
2. Daarna ging 'ie met zijn ijzeren ROTHOEF op mijn teen staan. Ook niet per ongeluk.
3. O, en daarna kroop het andere paard van mijn vriendinnetje, een miezerige flutlandpony, onder het hek door (!) en ontsnapte. Wij moesten hem natuurlijk vangen, maar zij durfde niet, dus moest in ene IK met mijn armpjes wijd op de weg gaan staan waar dat galopperende, schuimbekkende, gestoorde stuk ongeluk kwam aandenderen.
Of misschien, misschien, liggen mijn werkelijke redenen nóg wel dieper:
1. Het jaar dat ik -oe spannend- voor het allereerst naar de middelbare school ging (je weet wel, de middelbare school, die plek waar je schoolagenda je visitekaartje is, je papieren imago, je label, je hokje voor alle komende jaren) toen was ik wat laat met het kopen van een agenda. Dus alle agenda's waren op. Er lagen alleen nog maar mierzoete, lichtroze PAARDEN-agenda's in de winkel.
Ik ben de rest van het jaar gepest.
Mijn zusje (een schat) is een gemeen monster. Ze wéét dit alles. Ze ként mij. En toch heeft ze laatst een paardentijdschrift gekocht voor mijn dochter. En toen gingen ze er samen in bladeren. En toen vroeg zij met een zoetgevooisde stem: "Wat is eigenlijk jouw lievelingsdier?" TERWIJL ZE IN EEN PAARDENTIJDSCHRIFT ZATEN TE KOEKELOEREN! Ik schreeuwde iets ongecontroleerds waardoor ik het antwoord niet gehoord heb en toen kwamen ze bij een uitvouwbare, grote, kleffe poster met daarop twee gekamde knollen met strikken in hun manen. Daar lispelde mijn zusje, het valse mokkel: "Welke wil jij dan zijn? Ik wil die pony met de blauwe strikken wel zijn, dan mag jij die met de roze strikken zijn."
Het is echt UIT tussen mijn zusje en mij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten