maandag 16 juni 2014
Geld, Trollen en Bittere Armoe
Wij kregen vroeger zakgeld. Op zaterdag. Een gulden ofzo. Ik schaam me dood dat ik in de tijd leefde waar men nog GULDENS kreeg als zakgeld, maar het was nu eenmaal zo.
Mijn geliefde zusje en ik gingen heel verschillend om met ons zakgeld.
Mijn zusje was een Vrekje. Met een grote V. Zij kreeg precies evenveel zakgeld als ik en was ook even vaak in het jaar jarig (EEN miezerige keer) dus in principe zouden we evenveel geld moeten hebben. Maar dat was helaas niet zo. Ik herinner me dat mijn zusje op een dag ACHTENDERTIG gulden had. Een ongekend kapitaal! Ze was er dan ook erg mee in haar nopjes. Elke dag ging zij met een vage, gelukkige glimlach naar boven. Dan sloot zij de deur zachtjes, ging op haar bed zitten en keerde haar spaarpot om. Niet om haar geld uit te geven (o nee, dat nooit) maar altijd om haar geld op bed uit te spreiden, het te aaien, er zachtjes tegen te fluisteren of er gewoon verliefd tussendoor te rollen. Zij zat dan lang boven en wenste niet gestoord te worden. Behalve door mij. Ik mocht wel binnenkomen om haar en haar geld te zien.
Dat was denk ik omdat ik een dwangmatige spender was. Als ik een gulden kreeg, werd ik spontaan zenuwachtig. Een koortsachtige hebberigheid maakte zich van mij meester. Ik pakte dan mijn paarse fietsje en crosste hijgend naar de eerste de beste speelgoedwinkel. In mijn hoofd buitelden dropsleutels, Magnums, afgeprijsde poppen en meterslange pakken stiften vrolijk over elkaar heen.
O, ik WILDE wel een vrekje zijn, zoals mijn zusje, maar ik KON het eenvoudigweg niet. Het lukte gewoon niet. Dan dwaalden mijn gulden en ik een uur door die speelgoedwinkel, tot de verkoper ons kwaad begon aan te kijken. En dan kocht ik wat. Maakte niet uit wat. Daarna fietste ik (een stuk langzamer en diep, diep gelukkig) weer naar huis.
Ik rende dan gelijk naar boven om mijn aanwinst aan mijn zusje te laten zien. Even jaloers maken, zo noemden wij monsters dat. Ik herinner mij nog levendig die ene keer dat ik naar boven rende met iets dat ik net had gekocht. Een plastic trol met fluorescerend roze haar. Op een skateboard. Ja, dat was het. Ik gooide de deur open en riep opgetogen en een tikkeltje gemeen: "Kijk eens, wat ik van mijn geld heb gekocht!"
En toen zag ik haar pas. Midden tussen haar glinsterende geld. Het lag in nette rijen gesorteerd op haar bed. Het meest glanzende muntje lag in haar hand. Ze kon haar spiegelbeeld er in zien.
Ze heeft toen heel heel heel hard gelachen om mijn trol op een skateboard. Heel hard. En als je haar er nu naar vraagt, schiet ze weer in de lach.
Ik ben een loser.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten