Het is nogal afgezaagd om te constateren dat kinderen veel fantasie hebben, maar SERIEUS, kinderen hebben VEEL fantasie. Onnavolgbare fantasie. Vréémde fantasie. Ik besloot eens om Snipje en haar vriend af te luisteren toen ze helemaal opgingen in een spel waarin zij Moederkip en Vaderkip waren.
Het ging ongeveer zo:
Snipje (moederkip) en haar lover (vaderkip)
zaten in een hoekje van de kamer. Ik moet eigenlijk zeggen: in hun nest, want zo beleefden zij dat. Hun auto (?) stond in het nest geparkeerd (!) vanwege
de boodschappen die moesten worden
uitgeladen. Hoe praktisch van dit kippenechtpaar. Ik luisterde verder.
Vaderkip sprak met een grafstem: "De kuikens zijn dood, moederkip."
Moederkip prevelde lichtjes aangeslagen: "O. Ik heb hier wel een dronkje voor ze?"
Vaderkip, geergerd: "Ja dat KAN toch niet. Ze zijn dood. Dus dan kunnen ze ook niet meer drinken."
Moederkip, schouderophalend: "O. Oke. Nou ja. Morgen zijn er wel weer nieuwe kuikens."
En daarmee was de kous af.
Vaderkip sprak met een grafstem: "De kuikens zijn dood, moederkip."
Moederkip prevelde lichtjes aangeslagen: "O. Ik heb hier wel een dronkje voor ze?"
Vaderkip, geergerd: "Ja dat KAN toch niet. Ze zijn dood. Dus dan kunnen ze ook niet meer drinken."
Moederkip, schouderophalend: "O. Oke. Nou ja. Morgen zijn er wel weer nieuwe kuikens."
En daarmee was de kous af.
Het spel ging verder, nu zonder kuikens. Er werd door moederkip en
vaderkip een plan beraamd om een passerende kameel (of
een dino, dat was nog even een twistpunt tussen moeder- en vaderkip) te vergiftigen
met het genoemde 'dronkje'. Spannend!
Deed me denken aan vroeger. Vroeger,
toen wij speelden dat mijn moeder een walgelijke, intens gemene en
levensgevaarlijke vrouw was. Dat wij ondergedoken zaten in haar huis, in haar
KELDER notabene, en leefden met de voortdurende angst om ontdekt te worden. Elke
keer als mijn moeder de deur van de kelder opendeed om een pak macaroni te
pakken, dan krijsten wij: AAAAAH, DAAR HEB JE DIE VERSCHRIKKELIJKE URSULA! (dat was op dat moment de aller-
allerlelijkste naam die we konden bedenken, vandaar.) Daarna doken we weg
tussen de tassen met wol en hielden we onze adem in. Wij, arme onderduikers,
moesten ons in leven houden met wat we vonden in de kelder. Bittere armoe was
ons deel. Zo kwam het dat mijn zusje –helemaal in d’r spel- een hele bloempot met ouwe, gore, bemodderde
zaden heeft leeg gegeten. Van de scheurende honger. Toen ‘Ursula’ dat ontdekte
was ze echt kwaad en moesten we de kelder uit.
Ach ja. Dat waren nog eens tijden. Ik benijd die twee kippen hier wel een beetje hoor. Fantasie ROCKS!
Ach ja. Dat waren nog eens tijden. Ik benijd die twee kippen hier wel een beetje hoor. Fantasie ROCKS!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten