Vroeger barstte ik van de megagoeie ideeën. Dat vond ik
zelf, maar dat vond mijn jongere zusje ook. Voorbeeldje: wij kregen
een pop. Allebei dezelfde maar dan in een andere kleur. We gingen op de rand van onze bedjes zitten
en dachten allebei heel extreem diep na over de naam van de pop. Perfectie,
daar gingen wij voor. Het duurde erg lang en was hard werken. Ook omdat jouw naam wel beter moet
zijn dan de naam waar je zusje mee komt he, anders ben je weer de halve middag druk met huilen. (Zo
anders doet Snipje dat tegenwoordig. Toen ik haar vroeg hoe haar pop ging
heten, haalde ze haar schouders op en zei ze: dat moet ik nog op internet bestellen.)
Ons jongste zusje was echt een knurft wat namen betreft. Zij
kreeg een pop en zocht de perfecte naam ergens in de hoek van de deftige
meisjesnamen die eindigen op –a. Na een
tijdje nagedacht te hebben in de trant van Wilhelmina, Josefina en Frederika
was ze eruit. Ze drukte haar pop tegen zich aan en prevelde: "Ik noem je…Placenta." Charming.
Dat wilden we dus voorkomen. Ik kwam op de proppen met Sara.
Al zeg ik het zelf; perfect. Mijn zusje had nog niks. Liep rood aan, en riep
toen snel: dan heet de mijne CARA! Ik heb het later nog eens opgezocht, maar
dat is dus een verzamelnaam voor ziektes waarbij je het hartstikke benauwd hebt. Nice.
Zelfde idee toen we een jaar later allebei weer een pop
kregen. Deze poppen waren echt een beetje lelijk, sorry pap/mam. Dus wij weer
op de bedrand, denken. Ik was er snel uit: Erna. Niet te mooi, past wel bij
Sara. Ik had het nog niet gezegd of mijn zusje blafte: ARNA! Zo
was het en zo bleef het.
Ze is nu zwanger. Ik ben heel benieuwd. Ik hoop dat ze me
niet na-aapt.
Dan ga ik het echt vet tegen mama zeggen.
Dan ga ik het echt vet tegen mama zeggen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten